Page 15 - hoeves
P. 15

De leefbaarheid van het platteland
Het platteland in evolutie
Haspengouw wordt van oudsher gekenmerkt door veel dorpen met prachtige vergezichten in een glooiend landschap. De vele heuvels met kastelen, vierkantshoeves en kerkdorpjes typeren deze streek. De vruchtbare leemgron- den hebben van de landbouw eeuwenlang de belangrijkste economie van Haspengouw ge- maakt. Het dorpsbelang viel naadloos samen met het boerenbelang; het dorpsleven stond in het teken van zaaien, planten en oogsten en voorzag zelf in zijn behoeften.
De voorbije decennia is deze (agrarische) sa- menleving in een ijltempo veranderd: het landelijke leven is in een stroomversnelling terechtgekomen. Door economische en tech- nologische ontwikkelingen is landbouw een gespecialiseerde bedrijfssector geworden, met minder, maar grotere bedrijven. De traditionele landbouwersgemeenschap is vaak een woon- dorp geworden, dat zich voor werkgelegen- heid, ontspanning en bevoorrading richt naar naburige grotere dorpen of steden.
Dit uit zich in het dorpsgezicht. De typische structuur van het Haspengouws dorp komt on- der druk. Hoeves, kloosters en kastelen staan leeg. Ooit visuele blikvangers van de Zuid-Lim- burgse dorpen, bieden nu een troosteloze in- druk. De uitdaging van het passend herbestem- men klinkt.
Het nieuwe platteland biedt, zowel ruimte om te wonen als ruimte voor natuur, toerisme en andere economische activiteiten. Bewoners en bezoekers willen een aantrekkelijk platteland om te wandelen, te  etsen en te vertoeven. Nieuwe aangepaste mogelijkheden voor het leegstaande landbouwpatrimonium kunnen de dynamische ontwikkeling van het platteland sti- muleren; zonder nieuwe ruimte te moeten in- nemen.
Een landbouwstreek in transitie
Als belangrijkste ruimtegebruiker – ook anno 2016 – nemen de land- en tuinbouw letterlijk en  guurlijk een belangrijke plaats in. Lange tijd waren de land- en tuinbouwsector de enige hoeders van het Limburgse platteland en daar- door een bepalend onderdeel van onze ruimte- lijke structuur. Maar de moderne landbouw her- tekent de typische boerendorpen. De structuur van de landbouwbedrijven wijzigde sterk na de Tweede Wereldoorlog. De mechanisering nam stelselmatig toe en de Europese Economische Gemeenschap voert sinds 1962 een Gemeen- schappelijk Landbouwbeleid in haar lidstaten. Kleine gemengde landbouwbedrijven zijn ver- dwenen en maakten plaats voor grotere en gespecialiseerde bedrijven. Specialisatie en schaalvergroting maken mechanisatie en au- tomatisering mogelijk. De vruchtbare Has- pengouwse leemgronden waren de voedings- bodem voor gespecialiseerde akkerbouw en fruitteelt.
Nieuwe, grotere en ook meer machines zorgden ervoor dat landbouwbedrijven ruimte zochten buiten de dorpskern, in agrarisch gebied. Dat bood meer mogelijkheden tot uitbreiding en handhaving van de moderne agrarische be- drijfsvoering. De afgelopen 15 jaar daalde het aantal landbouwbedrijven in Limburg van meer dan 5 000 bedrijven naar net geen 3 000 land- en tuinbouwbedrijven. Het totale bewerkte are- aal daalde echter veel minder sterk en is al en- kele jaren min of meer stabiel. De gemiddelde bedrijfsoppervlakte evolueerde van 16 ha naar ruim 29 ha. Door de mechanisering daalde ook de arbeidsbehoefte van de land- en tuinbouw- bedrijven vanaf de jaren ’50. In totaal zijn er nog ca. 7 900 personen tewerkgesteld in de Lim- burgse land- en tuinbouwsector. De arbeidsbe- hoefte is het grootst in de fruitteeltsector, waar
15
Naar een nieuwe invulling voor leegstaand landbouwpatrimonium


































































































   13   14   15   16   17