Page 16 - hoeves
P. 16

16
jaarlijks meer dan 30 000 seizoenarbeiders wor- den ingeschakeld bovenop de reguliere tewerk- stelling (Bron: Dienst Landbouw en Platteland op basis van Steunpunt Werk en Sociale Eco- nomie en FOD Economie – Algemene Directie Statistiek).
30 23 15
Leefbaarheid staat volgens de Vlaamse Land- maatschappij (VLM) voor het waarborgen van een aangenaam woon- en leefklimaat en voor de dynamiek van goed geïntegreerde econo- mie van en op het platteland, als voor het ver- sterken van sociale cohesie en het tegemoet- komen aan behoeften door een dienstverlening op maat en aangepaste sociale, culturele en recreatieve voorzieningen.
Een kwalitatief platteland is een platteland met aandacht voor bos, natuur, cultuurhistorische landschapswaarden, water, architectuur en in- frastructuur. Een kwalitatief platteland gaat over minder tastbare kwaliteiten zoals beeldkwali- teit, stilte, rust, traagheid, enzovoort (bron: Me- morandum voor een geïntegreerd plattelands- beleid ten behoeve van de Vlaamse Regering, 2004-05-19, Denkcel Platteland VLM)
Woon- en leefkwaliteit
Haspengouwse aantrekkingspolen zijn de lage vastgoedprijzen, het aanbod aan grote wonin- gen en de rustgevende open ruimte en leef- klimaat van “de buiten”. Daartegenover staan dan de grotere afstand tot scholen, werkgele- genheid, diensten en voorzieningen en het ge- brek aan openbaar vervoer. In de Haspengouw- se dorpen pendelt tussen de 80 en 90 % van de loontrekkenden dagelijks buiten de gemeente (bron: ERSV).
In Zuid-Limburg groeit de bevolking signi cant minder snel aan t.o.v. de rest van Limburg en Vlaanderen. Voor de periode 2015-2030 kent Zuid-Limburg1 een toename van 3,1 %, terwijl de gemiddelde toename volgens de bevol- kingsprognoses voor de provincie Limburg en Vlaanderen respectievelijk 3,2 % en 5,4 % be- dragen.
6000
4500
3000
1500
0
2000
8 0
2005
2009
2013
aantal bedrijven
gemiddelde opp./bedrijf
Naar een nieuwe invulling voor leegstaand landbouwpatrimonium
1 Zuid-Limburg omvat volgende gemeenten: Alken, Bilzen, Borgloon, Gingelom, Heers, Herstappe, Hoeselt, Kortes- sem, Nieuwerkerken, Riemst, Sint-Truiden, Tongeren, Voeren en Wellen
Bron: Dienst Landbouw en Platteland op basis van FOD Economie – Algemene Directie Sta- tistiek
Land- en tuinbouw, als economische motor, hebben lange tijd de inrichting van het platte- land bepaald. De moderne land- en tuinbouw hebben echter andere ruimtelijke behoef- tes. Maar ook door de verstedelijking van het Vlaamse landschap wordt de druk op de land- bouwgebieden verhoogd. Vroeger was het platteland exclusief voor landbouw voorbe- houden, vandaag is het een meerlagige ruimte- lijke structuur, waar ook gewoond, gerecreëerd en gewerkt wordt.
De leefbaarheid op het platteland
Leefbaarheid van de plattelandskernen is een huis met veel kamers. Wat maakt het wonen in het dorp aantrekkelijk? Wat zet de leefbaarheid in de dorpen onder druk? Welke ingrepen zijn nodig om een kwaliteitsvol woon- en leefkli- maat te verzekeren? Kwaliteit en leefbaarheid zijn zo sleutelbegrippen voor een succesvol kwaliteitsbeleid.


































































































   14   15   16   17   18