Page 79 - hoeves
P. 79

Herbestemmen: een toekomst voor het landbouwpatrimonium
Het bepalen van een kwaliteitsvolle herbestem- ming van een leegstaande hoeve is een com- plexe opdracht. Immers, niet eender welke hoe- ve is geschikt voor eender welke bestemming. Ook moet er rekening gehouden worden met de regelgeving van de ruimtelijke ordening, de draagkracht van zowel het gebouw zelf als zijn omgeving, de erfgoedwaarde en de beeldwaar- de en impact van de bestemming op de omge- ving. Een goede beslissing vraagt dus vooraf heel wat onderzoek en delicate afwegingen. Er bestaan geen standaardoplossingen: iedere hoe- ve en elke site is immers uniek.
“De keuze van de bestemming
Een hoeve is gebouwd voor landbouwactiviteit en alle gebouwonderdelen zijn hierop afge- stemd en voor die functie ontworpen. Dit geeft elk gebouw van het complex zijn eigen beteke- nis. Een geschikte nieuwe bestemming vinden zonder deze betekenissen geweld aan te doen is niet altijd voor de hand liggend. Bestemmin- gen, die al te grote aanpassingen vergen en daarmee de beeldwaarde en de karakteristieke eigenschappen van het gebouw zozeer aantas- ten dat sporen van het verleden en betekenis- sen moeten verdwijnen, zijn meestal geen goed idee. Beter is het om te vertrekken vanuit de
kwaliteiten en eigenheid van het gebouw en de site en bestemmingen te zoeken die juist gebruik- maken van deze eigenschappen en aan de nieu- we bestemming een meerwaarde toevoegen.
Een nieuwe bestemming heeft ook impact op de omgeving van de hoeve. De draagkracht van de omgeving is hier bepalend. Sommige activi- teiten kunnen veel bezoekers aantrekken, met mogelijke gevolgen voor veiligheid, geluids- overlast, verkeer en parkeerdruk in het dorp. Bij afgelegen boerderijen kan een nieuwe bestem- ming druk op het landbouwgebied meebren- gen. Naast de mogelijke mobiliteitstoename, vergt de nieuwe activiteit soms omliggende ruimte, zoals parkeerruimte en tuinen of ander niet-landbouwgebruik, die ten koste gaan van de landbouwoppervlakte. In sommige streken is zelfs sprake van “vertuining” en “verpaar- ding” van het landschap.
De keuze van de bestemming heeft juridische beperkingen. De gewestplannen leggen de mogelijkheden voor het gebruik vast. Dorps- boerderijen zijn veelal in een woonzone ge- legen en laten naast (meergezins-)wonen de meeste mogelijkheden toe, in zoverre ze geen overlast voor de omgeving meebrengen of voorbehouden zijn voor andere bestemmings- zones. De vergunningverlener zal onderzoeken of de draagkracht van de omgeving niet wordt overschreden. Bestemmingsmogelijkheden in het landbouwgebied zijn wel zeer beperkt voor zover de gebouwen niet op de Inventaris van het Bouwkundig erfgoed staan of effectief beschermd zijn. Alle niet-landbouwgebonden activiteiten zijn immers zonevreemd. Zo wordt onder meer het vergroten van het aantal zone- vreemde woongelegenheden niet toegelaten
79
Bij een herbestemming wordt vaak het omliggende landschap mee ver- parkt’’. De uitdaging is juist om de binnenkoer te betrekken en in te vullen, vooraleer naar het omliggen- de landschap te gaan. De typologie van vierkantshoeves moet zoveel als mogelijk gerespecteerd worden.” (Landbouw Vlaanderen)
Naar een nieuwe invulling voor leegstaand landbouwpatrimonium


































































































   77   78   79   80   81