Page 81 - hoeves
P. 81
81
“Werken aan erfgoed
Een nieuwe bestemming geven aan gebouwen gaat onvermijdelijk gepaard met ingrepen, ver- bouwingen, uitbreidingen. Belangrijk is hier dat de karakteristieke kwaliteiten van het gebouw, die het gebouw betekenis geven, worden ge- respecteerd.
Een voorbeeld. Typisch aan de Haspengouwse vierkantshoeven is de massieve geslotenheid, slechts doorbroken door de ingangspoort. De betekenis hiervan is de verdedigingsfunctie tegen roversbenden. Het aanbrengen van openingen in deze buitenmuren is een delicate ingreep. Het vergt enig ontwerptalent om voor de nieuwe functie noodzakelijke raam- of deuropeningen zo in te passen dat het gevoel van deze besloten- heid niet wordt aangetast. Dit geldt ook voor de poort, die de geslotenheid nog benadrukt.
De graanschuur wordt gekenmerkt door de gro- te, hoge open ruimte, vaak met indrukwekkende spanten die de grote overspanningen van het dak torsen. De keuze van de herbestemming zou van deze ruimtelijke kwaliteit moeten gebruikmaken, liever dan de ruimte op te delen met wanden en schotten en zo het gebouwkarakter te negeren. Zo wordt de betekenis van de voormalige schuur behouden, terwijl de multifunctionele kwaliteit van deze unieke ruimten de nieuwe bestemming een extra dimensie verleent.
Overgebleven elementen uit het landbouwverle- den, zijn ook betekenisvolle sporen: de centrale mestvaalt, een pomp, een bakoven, de drinkbak- ken, ... Natuurlijk moeten deze niet als dusdanig worden hergebruikt. Vaak kunnen ze een nieuwe functie krijgen na de herbestemming, eerder dan ze als nostalgische relieken te laten liggen. Voorts
Materiaalgebruik en gevelopbouw bepalen mee het welslagen van de ingreep. Een doordacht grondplan draagt bij tot geslaagde nieuwe in- grepen in de gevel. De keuze van een goede (interieur)architect speelt een belangrijke rol hierin.”(Directie Ruimte, provincie Limburg)
zijn er jaartalstenen, oude sporen van vroegere raamopeningen en oude bestratingen die bij- dragen aan het historische karakter en de lees- baarheid van het complex. Een uitzondering kan gemaakt worden voor recente koterijen en on- zorgvuldig gekozen materialen die afbreuk doen aan de intrinsieke kwaliteiten van het gebouw. Deze dragen immers niets kwalitatiefs bij aan het verhaal van de hoeve.
Hedendaagse toevoegingen vragen om heden- daagse vormgeving en kwaliteitsmaterialen, met respect voor het bestaande gebouwkarakter en de historische sporen. Natuurlijk moet rekening ge- houden worden met het aanbrengen van heden- daagse technieken en ingrepen (zoals isolatie) die noodzakelijk zijn voor het comfort, de bruikbaar- heid en de duurzaamheid van de nieuwe bestem- ming. Soms zullen er onvermijdelijke compromis- sen moeten gesloten worden tussen oud en nieuw. Een goed doordacht ontwerp zal deze mogelijke con icten zoveel als mogelijk vermijden.
Voor elke hoeve moet dus vooraf enig onderzoek worden uitgevoerd, alvorens beslissingen te ne- men over een herbestemming. Dit onderzoek is eerst en vooral technisch,om de bouwfysische toestand te kunnen inschatten, om te weten welke renovatie- en aanpassingswerken er zullen nodig zijn en welke kosten deze zullen meebren- gen. Een opmetingsplan met aanduiding van his- torisch belangrijke elementen is hiervoor noodza- kelijk. Een cultuurhistorisch onderzoek, waarbij ook de bewoners of dorpsgenoten betrokken worden, geeft gegevens over de bouwgeschie- denis en de verhalen die aan het gebouw kleven en de waardevolle sporen die terug te vinden zijn. Deze gegevens leveren een beeld van de beteke- nissen die het gebouw in zich draagt en welke de unieke kwaliteiten zijn die met zorg moeten wor- den bewaard. Een omgevingsonderzoek levert elementen die de draagkracht van het dorp of de omliggende ruimte duiden. Dan kan pas worden afgewogen voor welke bestemming dit gebouw kan in aanmerking komen en in hoeverre daar al of niet zware wijzigingen voor vereist zijn.
Naar een nieuwe invulling voor leegstaand landbouwpatrimonium